woensdag 29 september 2010

09. 26 juni 2009

Beste Mikhail Borisovitsj!

Laten we meteen de sport vergeten. U en ik zitten niet in een competitie in retorische kunsten. En ons gesprek is niet bedoeld om een mening te laten winnen, niet de mijne, noch de uwe. Het dient om een interne orde te herstellen, om onze eigen standpunten te verifiëren. Misschien om ze te veranderen. Dit is nuttig voor elk weldenkend mens.

Hoe zou er dan een soort gescheld zijn van mijn kant: zelfs uw vijanden vandaag de dag schelden niet tegen u om de eenvoudige reden dat u een grote morele superioriteit toont.

U en ik stemmen volledig overeen in de beoordeling van onze staat - het is absoluut niet goed. Precies omdat hij niet ten dienste staat van het land land, maar er zich van voedt. Het soort van staatslieden die echt zorgen voor het welzijn van het vaderland is volledig uitgestorven in ons land. Tot op de grond. Maar als u zegt dat “de komende 20-40 jaar (verder dan dat kijk ik niet), de rol van de staat in het leven van Rusland (van de Russische maatschappij) belangrijker moet zijn dan ooit”, dan ben ik terughoudend. In hun enorme huidige macht, een ongekende macht, doen ze absoluut alles dat opduikt in hun wispelturige hoofden, zowel op het vlak van de economie, als in de politieke betrekkingen met de rest van de wereld. Ze verdelen onze nationale bronnen zonder enige vorm van verantwoording, ze geven publieke goederen in particuliere handen en hevelen ze met succes over naar het buitenland. Hoe kan je dan de rol van de staat verder doen toenemen?

En dit wordt dan gezegd door een persoon die de wreedheid van wraak van de staat heeft ervaren, het onvermogen van de wet, en de volledige afwezigheid van logica en gezond verstand in acties.

Nee, natuurlijk, de vraag vanuit mijn oogpunt, is in iets anders: hoe krijgen we wat in dit land gebeurt binnen redelijke grenzen, hoe beperken we de “wetteloosheid” [62] die u beter kent dan ik? Wat moet worden gedaan om de wetten, goed of slecht, te laten bestaan, hoe kunnen we de totalitaire macht beperken, de tirannie van de ambtenaren, groot en klein, hun grenzeloze hebzucht en gierigheid? Ik weet het niet.

Nu, Michail Borisovitsj, u beschouwt zichzelf als een “staatsman”. Maar wat is de staat? Hoe begrijpt u dat? Het is onlosmakelijk verbonden met het concept van de rechtsstaat. Hoe gaan we dat definiëren? Zoals Plato, die de staat opvat als een uiting van de idee van rechtvaardigheid onder de voorwaarde dat alles gemeenschappelijk is voor iedereen (dus met een verbod op privé-eigendom), met inbegrip van vrouwen en kinderen? Zoals Kant, die stelt dat de staat een unie is van een veelheid van mensen onder de regels van de wet? Zoals Aristoteles, die de staat beschouwt als een “ontmoetingsplaats, georganiseerd in het belang van het gemeenschappelijk goed”? Of zoals Lenin, met de staat als “een machine voor de onderdrukking van de ene klasse door de andere”?

Wanneer je begint met die archaïsche boeken te lezen, blijkt dat dit alles hopeloos verouderd is, het is niet aanvaardbaar om verschillende redenen, naast wat Vladimir Solovjov [63] zegt: "De wet is een bepaald minimum aan moraal, en bindend voor iedereen". Het is op deze wet dat een staat is gebouwd. Theoretisch ...

Deze ouden hebben over alles lang nagedacht - het is interessant om te lezen (denk nu niet dat ik een zo goed opgeleid persoon ben, alles komt, zoals Nadezjda Jakovlevna Mandelstam [64] placht te zeggen, “van een scheurkalender”). En er is ook een gevoel dat we in onze tijd een herziening van de terminologie nodig hebben, dat voor veel concepten nieuwe definities moeten gevonden worden. Zelfs zulke fundamentele begrippen als “goed” en “deugd”, zelfs zij moeten herdacht worden. Het is soms moeilijk om een definitie te geven van socialisme, communisme, liberaal, conservatief, waar links is, waar rechts is, wat vooruitgang is, wat achteruitgang is. Ik zal proberen om u een prachtige collectie essays van Umberto Eco te sturen, A passo di gambero [65], hij beschrijft die dingen perfect, hij is tenslotte een van de slimste mensen van onze tijd.

Zo, Mikhail Borisovitsj, uw verklaring dat u een “staatsman” bent (ik twijfel daar niet aan, zoals u zei), ontmoedigt mij volkomen. Men kan niet “principieel een staatsman zijn”. Deze verklaring vraagt om een verduidelijking: wat voor soort staat onderschrijft u? De Platonische? De leninistische, die de marxistische is? De onze misschien? En deze staat zou een grotere rol moeten krijgen?

Ik denk ook, net als u, dat onze regering niet goed omgaat met zijn directe verantwoordelijkheden (bescherming van de bevolking tegen oorlog en armoede). Het zou leuk zijn om het beter te doen werken. Maar hoe stelt u zich de overgang voor van wat we in werkelijkheid hebben naar wat u zich voorstelt in uw verbeelding? Noch u noch ik zijn revolutionairen, op geen enkele manier: de revolutie is een veel angstaanjagender kwaad dan wanbeheer. Armoede, ellende en een algemeen gebrek aan comfort vormen een kleiner kwaad dan matrozen die met stoelen gooien in het paleis en bibliotheken verbranden, proletariërs die winkels plunderen en gespuis dat voorbijgangers vermoordt in donkere steegjes. Om nog niet te spreken van de burgeroorlog, die met revoluties gepaard gaat. Op dit punt, zo lijkt het, zijn wij het eens.

Maar de staat gaat niet uit zichzelf evolueren in een richting die zowel voor u als voor mij wenselijk is. Op welke manier zullen plots deze “goed werkende instellingen, die gefinancierd worden door de belastingbetaler en functioneren in het belang van de belastingbetaler” ontstaan, die na verloop van tijd zelfs allemaal vervangen zullen worden door sociale structuren die een “element worden van zelf-organisatie en publieke dienstverlening”?

Hebben we een nieuwe Lenin nodig? Een nieuwe Trotsky? Neen, prins Kropotkin [66] en Hertzen [67] lijken mij hier meer aangewezen.

U en ik zijn het er ook over eens dat we beiden, ieder in onze eigen omgeving en met onze eigen mogelijkheden, onze eigen gedragslijn bepalen bij het doen wat we nuttig achten voor onze samenleving. Ik kan mijn zeer bescheiden bijdrage op geen enkele manier vergelijken met uw prachtige, grote werk, waarvan ik tot op vandaag de sporen kan zien, hoewel ze u hebben geplunderd en uw adem hebben afgesneden. Laten we onszelf niet voor de gek houden - het voeden van de gehandicapten, het creëren van fatsoenlijke leefomstandigheden, het omgaan met miljoenen dakloze kinderen en wezen, het herstellen van de orde in de gezondheidszorg voor de gepensioneerden en alle andere burgers, het voorzien in een opleiding voor een generatie die geen boeken wil lezen, maar die verlangt naar het gouden kalf voor de bevrediging van haar verlangens – dat alles is een verplichting van de staat, niet van filantropen. Maar de staat zelf kan er niet mee omgaan, neen, hij vervolgt ieder initiatief dat probeert om het privé te organiseren. Dat is bijzonder bitter en tragisch als de discussie draait om de adoptie van kinderen uit kindertehuizen. Zonder steekpenningen lukt het niet. Volgens de oude normen is dat mensenhandel…

De reden is duidelijk: bij elke tussenkomst van het publiek blijkt onmiddellijk de gehele verrotting van de bureaucratie. Het is onmogelijk om de “gevallen engel” te vangen, want hij deelt met zijn bazen, en zij zullen hem beschermen. De meest levendige illustratie is het geval van Boedanov [68]: hij wordt beschermd door iedereen die boven hem staat, want dit alles is één zelfde compagnie met dezelfde principes en gewoonten. Daarmee wil ik zeggen dat het onmogelijk is om dit systeem te herstellen. Het is onmogelijk om het neer te slaan. Het is onmogelijk om het te vervangen. Dit is ons systeem, het past bij iedereen. Maar wat is mogelijk? In haar binnenste doen sommigen hun ding ONAFHANKELIJK: Ik ken mensen die geen steekpenningen aanvaarden. Het zijn er maar weinig, het is moeilijk voor hen, maar ze bestaan wel. Ik ken mensen die niet stelen: het zijn er maar weinig, het is moeilijk voor hen, maar ze bestaan wel. In tegenstelling tot onze “eerlijke soldaten” zijn zij niet verplicht om orders op te volgen, omdat zij niet zitten te wachten op een aanvulling van hun salaris of een promotie. Ik ontmoet zulke mensen, zowel in Moskou als in de provincies: in bibliotheken, in instellingen voor kinderen, in musea en zelfs onder artsen kom ik soms zulke helden tegen Alleen zij kunnen iets veranderen aan de sfeer in de samenleving.

Dat gezichtsloze kwaad dat opduikt in ons land, als schimmel van het vocht, kan alleen individueel worden tegengegaan. En dat is gevaarlijk. Het wekt argwaan, woede, afgunst en haat. Je hebt het waarschijnlijk meer dan eens gehoord: “Ah, je wilt als goed worden beschouwd? Bemind worden? Je wil ons allemaal, rondom jou, laten zien wat voor gespuis we zijn?”

Dat is het soort samenleving die we hebben. Dat is het soort van staat die we hebben. Sterk, zonder moraal, wreed. Hoeveel meer van dit kan men willen…

Zo, we zijn aan de globalisering en de crisis toegekomen. Niemand heeft de globalisering uitgevonden, niemand heeft ze gepropageerd - we hebben vastgesteld dat ze er is, zoals je een natuurfenomeen kan waarnemen: de afkoeling of de opwarming. Volgens mij is het een proces, het is niet onderworpen aan controle. Natuurlijk, men kan het vertragen, men kan het versnellen, maar als een fenomeen van het sociale leven op de planeet is het een feit, verwant aan de natuur. Of we het wensen of niet is een andere vraag. Het kan een beetje gecorrigeerd worden. Maar de geest is uit de fles, en mensen zullen over de planeet bewegen, zich vermengen, interageren, en dat is een moeilijk proces.

Er is een uitstervend continent, Afrika, en wat er vandaag gebeurt in Spanje en Italië, in verband met illegale immigratie, is zeer moeilijk te stoppen.

Globalisering betekent dat noch de Afrikaanse landen, noch de Europese in staat zullen zijn om dit probleem op te lossen met verbodsbepalingen, en het zoeken naar oplossingen kan alleen gezamenlijk worden gedaan. Een paar jaar geleden sloegen Afrikanen een kamp op op het plein voor de doopkapel in Firenze. Het plein verdronk in de urine en de uitwerpselen.

Maar dit is geen globalisering, dit is de eeuwige strijd van de cultuur tegen het barbarisme. Samen met de mondialisering komt een ander krachtig proces - de barbarisering. En het is in zekere zin zowel sterker als beangstigender. Ik woon ook niet graag in Moskou, dat begint te lijken op Bakoe of Chinatown, maar niet vanwege het grote aantal Chinezen of Azerbeidzjanen, wel omdat het wordt omgevormd tot een brandpunt van barbarij, en een plek waar alles dat op cultuur lijkt wordt vertrapt. In de buurt van mijn inkomhal zijn er geen Chinezen of Afrikanen, er zijn mijn buren die hun vuilnis naast de vuilbakken dumpen, die de lift en de muren bekladden met grote viltstift letters, zelfs niet met obsceniteiten, maar met de namen van voetbalclubs. In het voorjaar, wanneer de sneeuw smelt, is de tuin bezaaid met hondenpoep en lege flessen. De Chinezen treffen hier de schuld, en ook niet de Azerbeidzjanen. Mijn liefde voor Moskou is, net als de uwe, bekoeld. Een vuile, lompe en gevaarlijke stad, en lelijk. Het laatste architectonische ensemble op het Manegeplein [69] is vernietigd door de inspanningen van de barbaren van vandaag. Het zijn de bazen van de stad die dat gedaan hebben, niet de Chinezen of de Azerbeidzjanen.















De vernieling van het Manegeplein.

Hoewel de globalisering ook een onderdeel is van de cultuur, heeft de cultuur nog steeds zijn eigen onafhankelijke taal, een taal van muziek, beeldende kunst en literatuur. Dank zij de globalisering worden talen snel vermengd, wordt er misschien zelfs een soort van nieuwe gemeenschappelijke taal gecreëerd, waarin de letters van het alfabet gevormd worden door de muziek van The Beatles, de snackbars van McDonald, Microsoft Word, Spiderman en de Chinese Qigong oefeningen. Globalisering vereist niet dat de kostbare edelstenen van de nationale cultuur worden opgeofferd. De nationale cultuur geeft zich zelf over.

De plaats waarmee u vertrouwd bent sinds uw kindertijd bestaat niet meer en zal nooit meer bestaan. Of u er nu op zoek naar gaat of niet. Onze kinderen zullen plaatsen creëren om te wonen, waar het goed zal zijn voor de mensen. En er zullen ook geen samenlevingen meer bestaan met eenduidige culturele wortels, behalve in Irak misschien. We zullen allemaal de keuze moeten maken tussen de multiculturele samenleving en de integrale, traditionele, zoals in Irak of Afghanistan. Misschien zijn er ook andere mogelijkheden, maar die ken ik niet. Of anders een eiland kopen?

Sprekend over "eerlijke soldaten", ik dacht eerder dat zoiets niet bestaat. Dit is niets meer dan een handig rookgordijn. We leven in een staat van cynici, en het probleem is niet dat ze geen ideologie hebben, het probleem is dat ze geen geweten hebben. De moderne communisten hebben iets wat lijkt op een ideologie, en de unirussen [70] hebben de ideologie van een “Groot-Rusland”, maar aan de voederbak doen ze allemaal hetzelfde: ze duwen elkaar opzij met hun snuiten en slurpen met veel eetlust.

Voor gelijkheid van kansen ben ik bereid om met u samen te werken. U bood al de kans aan de honderden kinderen op de Koralovo kostschool om weg te komen uit een zeer moeilijke, zelfs uitzichtloze situatie. Ik ben daarvan getuige.

Ik zal eindigen met een grapje: Einstein ging dood, en stond voor de Heer. Hij zei: “Hier, nu ik dood ben, maakt het niet meer uit. Schrijf voor mij de formule voor het Universum op.”

De Here God nam het krijt en schreef. Einstein keek en keek en krabde zijn hoofd en zegt:

"Maar hier staat een fout!"
"Ja, ik weet het", antwoordde God hem.

Dat klopt. We leven in een wereld waar een fout bestaat. Al in de conceptie. Misschien zelfs meer dan een. Misschien heeft u op een gegeven moment gedacht dat het kon worden hersteld? Ik ben er niet zo zeker van.

Om ons gesprek te eindigen: U bent een idealist, Michail Borisovitsj. Hebben ze u dat nooit verweten? Ja, ja een analist, een rationalist, een wetenschapper en een goede man van de praktijk, maar in dit geval bent u een idealist. U gelooft dat er in principe juiste beslissingen bestaan, en dat alles kan worden uitgewerkt. En als er iets mis gaat, dan was er een fout in de berekening.

Maar voor mij lijkt het niet zo. Het leven is meer waarschijnlijk kunst dan wetenschap. Er bestaan helemaal geen gemeenschappelijke oplossingen, er bestaan er alleen specifieke: voor het gegeven moment, voor de gegeven situatie, en van toepassing zijn op de gegeven specifieke omstandigheden. En de korte termijn beslissingen zijn belangrijker dan een veelomvattend concept. En alles wat u doet en zegt overtuigt me ervan dat u in orde bent: met uw geest, uw hart, uw geweten. Gelukkige verjaardag!


Noten

[62] “wetteloosheid” - de Russische term беспредел - bespredel betekent letterlijk “grenzeloos” of “zonder beperkingen”.

[63] Vladimir Sergejevitsj Solovyov (1853-1900) was een Russisch filosoof, dichter, pamflettist en literair criticus, die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de Russische filosofie en poëzie op het einde van de 19e eeuw. Er wordt algemeen aangenomen dat hij Dostojevski’s inspiratiebron was voor de personages van Aljosja Karamazov en Ivan Karamazov uit De gebroeders Karamazov.

[64] Nadezjda Jakovlevna Mandelstam (1899-1980) was een Russische schrijfster en echtgenote van de dichter Osip Mandelstam (1891-1938).

[65] Umberto Eco (°1932) is een Italiaanse mediëvist, semioticus, filosoof, literair criticus en romanschrijver, het best bekend voor zijn roman De naam van de roos. In 2006 publiceerde hij een verzameling essays getiteld A passo di gambero. Guerre calde e populismo mediatico - niet vertaald in het Nederlands -, over wat er gebeurde in de wereld in de jaren 2000-2005.

[66] Pjotr Aleksejevitsj Kropotkin (1842-1921) was een Russisch vorst, revolutionair en anarchist; theoreticus van het anarchisme, geograaf en geoloog. Hij constateerde onder andere, in tegenstelling tot Darwin, dat bij dieren van dezelfde soort geen sprake was van strijd om het bestaan. Wederzijdse hulp en onderlinge solidariteit blijken essentieel voor het behoud en de evolutie van iedere diersoort.

[67] Aleksander Ivanovitsj Herzen (1812-1870) was een vooraanstaand Russisch filosoof, schrijver en publicist. Hij toonde zich een voorvechter van de menselijke waardigheid en het individuele, het recht op eigen normen, eigen denken, eigen doen, met minimale staatsinmenging.

[68] Joeri Dmitrievitsj Boedanov (° 1963) is een Russische militair officier veroordeeld door een Russische rechtbank voor oorlogsmisdaden in Tsjetsjenië.

[69] Het Manegeplein is een grote open ruimte voor voetgangers in het centrum van Moskou. Het plein vormt een vitaal onderdeel van het centrum van Moskou, als verbinding tussen het Rode Plein en de Tverskajastraat. Tijdens de jaren ’90 had de omstreden burgemeester van Moskou Joeri Loezjkov het plein afgesloten voor het verkeer en ingrijpend veranderd. Loezjkov s vrouw, Jelena Batoerina, is de enige vrouwelijke dollar miljardair in Rusland. Haar bouwbedrijf Inteko kreeg veel grote opdrachten van de stad.

[70] "unirussen" zijn de leden van Verenigd Rusland, de grootste politieke partij in de Russische Federatie, die momenteel 315 van de 450 zetels heeft in de Doema. Zij omschrijft zichzelf als een conservatieve, centrum-rechtse partij en ondersteunt het beleid van president Dmitrij Medvedev. De associatie van de partij met de voormalige president en huidige premier Vladimir Poetin is de sleutel tot haar succes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten